Hoe Nederland zijn burgers opbrandt in de naam van ‘productiviteit’

We leven in een land waar de klok tikt, maar niet om je aan te herinneren dat het leven kostbaar is. Nee, hij tikt om je op te jagen, naar je werk, je afspraken, je verantwoordelijkheden. Hier krijg je een lintje voor dertig jaar dienst, niet voor dertig jaar leven.

In Nederland moet je werken. Niet omdat je dat wil, niet omdat je het leuk vindt — maar omdat het systeem anders niet met je weet wat het moet. Ziek zijn? Lastig. Moe? Dan slaap je maar uit in het weekend. Burn-out? Dat zit vast tussen je oren, toch?

We zijn kampioen parttime-banen, zeggen ze dan trots. Maar ondertussen draaien de mensen in de zorg, het onderwijs, het openbaar vervoer, en de bouw overuren alsof hun leven ervan afhangt. Spoiler: soms hangt het er écht van af.

En de pensioenleeftijd? Die schuift als een horizon die je nooit bereikt. Eerst 65. Toen 67. Nu hoor je alweer geruchten over 70. Alsof het leven pas begint ná je laatste adem. Alsof werken een doel is, en niet een middel.

Wie niet meekan, valt eruit. Letterlijk. Hartfalen op de werkvloer is geen metaforisch beeld meer. En wie vraagt: “Is dit het nou?” krijgt een cursus persoonlijke effectiviteit of werkgeluk in z’n mik.
Alsof het aan jou ligt. Alsof jij gefaald hebt in plaats van het systeem.


Waarom doen we dit?
Waarom rennen we in een tredmolen die ons langzaam vermorzelt?
Waarom is rust verdacht geworden?
Waarom moet alles nut hebben?

Misschien zijn we vergeten dat je ook gewoon mág zijn. Zonder KPI. Zonder productiviteit. Zonder gejaag.


“Je leeft maar één keer,” zeggen ze.
Maar ze bedoelen: “Je werkt maar één keer.”
En dan ga je dood.


Dus.
Wat zou jij doen als je morgen vrij was?
Niet een dag. Niet een week. Maar voorgoed.
Wat zou je dan eindelijk durven leven?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze inhoud is auteursrechtelijk beschermd.
Kopiëren en slepen is niet toegestaan.