Het moment van misverstanden, pijn, en de noodzakelijkheid om alles goed te maken voor Andrew
Op 22 augustus 2024 begon er iets waarvan ik dacht dat het een nieuwe kans zou zijn voor Andrew en Dylano. Wat aanvankelijk zo simpel leek, veranderde echter snel in een situatie die ik niet had kunnen voorzien. Ze wilden elkaar beter leren kennen, en ik had hoop dat hun vriendschap zou bloeien.
We nodigden Dylano, zijn vader en moeder uit voor een kop koffie. Bella was vriendelijk, en alles leek in eerste instantie goed. Dylano vroeg me waarom Andrew zoveel meer vrijheid had dan hij, en ik legde het uit. “Misschien zijn jouw ouders voorzichtiger,” zei ik. Ik probeerde hem te begrijpen, te helpen. Wat ik wilde, was dat de jongens gewoon als vrienden zouden groeien, zonder druk, zonder beperkingen.
We brachten meer tijd samen door, gingen naar het ballonfestival in Grave, een ervaring die zowel Dylano als Andrew voor het eerst deelden. Hun ogen straalden van plezier. Het voelde voor mij als familie, als echte vriendschap. De gesprekken die ik met Jose had, gaven me het gevoel dat we een echte band hadden, dat we samen het beste wilden voor de kinderen.
Maar toen kwam Sonnewijser. De kinderen werden aangenomen, en Peter’s ex-schoonzusje, die nu de schoonzus van Jose is, kwam erbij. Hoewel ik daar geen probleem mee had, volgde er iets wat ik nooit had voorzien. Achter mijn rug werden dingen verdraaid, misverstanden groeiden, en er kwamen leugens die ik nooit had uitgesproken. Ja, ik gaf toe dat ik in paniek dingen had gezegd – momenten van zwakte waarin oude herinneringen opriepen. En dat besef, die pijn van het verleden, maakte me soms te snel reageren.
Maar wat ik nu wil, is dat jullie weten, Jose en Martijn, dat ik jullie niets kwalijk neem. Wat ik wel moeilijk vind, is hoe alles werd verdraaid door de manipulatie van Peter’s ex-schoonzusje, die nu de schoonzus van Jose is. Dit had op een veel vriendelijker manier kunnen worden benaderd. Daardoor werden dingen verkeerd begrepen, en dat leidde tot deze pijnlijke situatie waar we nu in zitten.
Wat ik van jullie vraag, is simpel: laat de jongens weer vrienden zijn. Laat ze weer onbezorgd met elkaar kunnen afspreken, zonder de last van misverstanden. Als ze dat willen, ben ik er om hen te ondersteunen. Het maakt me niet uit hoe lang het duurt, ik ben bereid alles te doen voor hun vriendschap, voor hun toekomst.
Jose en Martijn, als jullie bereid zijn om de waarheid te horen, als jullie openstaan voor een eerlijk gesprek, dan sta ik klaar om dat met jullie te doen. Ik ben bereid om met jullie te praten, een kop koffie of thee te drinken, om de situatie recht te zetten. We hoeven geen beste vrienden te zijn, maar we moeten een gesprek hebben, voor de jongens, voor Dylano en Andrew, zodat we hen de ruimte geven om weer de vriendschap te ervaren die ze verdienen.
Jose, je was mijn beste vriendin. Ik zag je graag en sprak zo veel met je, zowel door de telefoon als op WhatsApp. Ik mis dat, ik mis onze gesprekken en het gevoel van verbondenheid. En waarschijnlijk komen de jongens weer bij elkaar in de klas, en zou dat niet een mooie kans zijn voor hen? Jij wilde dat zo graag, Jose, en ik wilde dat ook. Ik sta er open voor, en ik hoop dat jij dat ook doet. Laten we voor hun toekomst, voor hun vriendschap, deze kans grijpen.
Want herinneren jullie je nog wat we altijd riepen? Wat er ook gebeurde, wij zouden ervoor zorgen dat de jongens bevriend zouden blijven. We hebben dat steeds tegen de jongens gezegd. En als we dat als moeders aan hen beloofden, dan moeten we ons daar ook aan houden. We moeten het goede voorbeeld geven, doen wat we ze altijd hebben beloofd. We moeten dat naleven, nu meer dan ooit.
Dus Jose en Martijn, appen jullie me even, of Peter, zodat we kunnen afspreken? We kunnen als volwassenen met elkaar praten, zonder angst, zonder verborgen agenda’s. Dit is voor de jongens. Dit is voor hun toekomst, voor hun vriendschap. Wat er ook is gebeurd, we moeten dit rechtzetten – voor hen, voor hun geluk, en voor hun toekomst.
Laten we alles doen wat we kunnen, stap voor stap, om dit goed te maken. Want beloofd is beloofd. En dat is wat we moeten doen: ons aan die belofte houden, voor hun toekomst, voor hun vriendschap, voor hun
welzijn.